4.2 Investeringen

In dit onderdeel wordt ingegaan op de investeringen die de komende jaren nodig zijn. Te denken valt hierbij aan infrastructuur, scholen en andere welzijnsvoorzieningen.

Sinds de invoering van het BBV in 2004 is het verplicht om de activa en investeringen in te delen in de categorieën economisch nut en maatschappelijk nut. Activa en investeringen met een economisch nut zijn alle zaken die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen en/of doordat deze verhandelbaar zijn. Activa met een economisch nut moeten worden geactiveerd. Reserves mogen niet meer in mindering worden gebracht op deze investeringen en er dient op consistente wijze op te worden afgeschreven.

Bij de totstandkoming van het BBV is er voor gekozen dat investering met een maatschappelijk nut,  zijnde investeringen in de openbare ruimte zoals wegen en bruggen, niet verplicht hoefden te worden geactiveerd. Begin 2016 zijn de voorschriften met betrekking tot activeren van investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut gewijzigd.  Investeringen met een maatschappelijk nut moeten worden geactiveerd en over de verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven. De verplichte activering geldt alleen voor investeringen die vanaf het begrotingsjaar 2017 worden gedaan.

Uitvoeringsprogramma Buitenruimte
Bij raadsbesluit van 14 mei 2019 is de naam “Meerjarenprojectenplan (MPP) Buitenruimte geïntroduceerd, waar voorheen werd gesproken over het Uitvoeringsprogramma werken buitenruimte. De verschillende geldstromen voor de instandhouding en verbetering van de buitenruimte zijn samengevoegd in het MPP. Alle onderdelen van de openbare ruimte binnen het plan betreffen investeringen met maatschappelijk nut, met uitzondering van de rioleringsinvesteringen.
Op 14 mei 2019 heeft een actualisering plaatsgevonden van het Meerjarenprojectenplan Buitenruimte Aalsmeer 2019-2022, waarbij de jaarschijf 2019 en 2020 zijn vastgesteld. Het betreffen totaalbedragen aan kosten van zowel jaarlijks- en groot onderhoud, als kosten van vervangingsinvesteringen. Vanaf 2017 geldt dat de systematiek van activering en afschrijving voor alle investeringen wordt gelijk getrokken. Investeringen met maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en afgeschreven.
Hierdoor nemen de kapitaallasten voor de komende jaren toe. De hogere afschrijvingslasten kunnen gedekt worden uit de reserves dekking kapitaallasten van investeringen in de openbare ruimte (onder gelijktijdige verlaging van de reserve onderhoud/instandhouding onbebouwde buitenruimte). De kapitaallasten die voortvloeien uit de rioleringsinvesteringen worden gedekt uit de rioolheffing.

Ter dekking van de kosten van te activeren vervangingsinvesteringen, die binnen de budgetten van het uitvoeringsprogramma voor 2020 zijn opgenomen, wordt voorgesteld de volgende kredieten toe te kennen:

Investeringen buitenruimte (bedrag x € 1.000)*

2020

2021

2022

2023

- Kunstwerken

827

500

500

- Wegen

2.058

925

1.348

- Water

180

- Groen

594

- Spelen

130

56

104

- Verkeer

1.715

1.045

750

- Openbare verlichting

134

- Riolering

2.217

1.445

232

* bedragen zijn exclusief subsidies en bijdragen van derden

Overige investeringen riolering
De investeringen in riolering binnen het Meerjarenprojectenplan buitenruimte betreffen investeringen in vrijvervalriolering. Daarnaast vinden er nog investeringen plaats in drukriolering en gemalen. Voor  2019 is hiervoor  een maximaal bedrag van € 448.000 opgenomen. Wat de uitvoering betreft is hier nog geen concrete invulling aan gegeven. Voor de jaren na 2020 zijn bedragen opgenomen conform het GRP.

Overige investeringen maatschappelijk nut
Voor de inrichting van het voormalig VVA-terrein is in de Kadernota een bedrag van € 4,485 miljoen opgenomen.  Van de Stichting Leefomgeving Schiphol (SLS) is een bijdrage toegekend van maximaal € 2,383 miljoen. In 2020 is voor de herinrichting € 3,155 miljoen aan uitgaven opgenomen, waarvan € 1,668 wordt gedekt uit de bijdrage van SLS.
Daarnaast worden uitgaven verwacht in 2020 voor de Ongestoorde Logistieke Verbinding (€ 2,833 miljoen) en de inrichting buitenruimte facilitaire projecten (€ 0,77 miljoen). Het totaal van deze uitgaven wordt gedekt door bijdragen van derden.

Investeringen met economisch nut
Voor de kapitaallasten die voortvloeien uit de overige investeringen met economisch nut is er een algemeen investeringsplafond van € 50.000. Voor 2020 is geen invulling gegeven aan dit plafond.
Voor de jaren 2021 tot en met 2023 wordt geïnvesteerd in de velden 4, 5 en het hoofdveld van het sportpark Calslagen  en de velden 1, 2 en 3 van sportpark Hornmeer (zie het overzicht investeringen op het programma Onderwijs en ontplooiing).

Investeringen in bovenwijkse voorzieningen
Ook de investeringen in bovenwijkse voorzieningen moeten vanaf 2017 verplicht worden geactiveerd. De kredieten voor bovenwijkse voorzieningen worden voor het totaalbedrag van de investering aangevraagd in het startjaar, terwijl de uitgaven gefaseerd plaatsvinden.
In 2020 zijn de aanleg van de Burgemeester Kasteleinweg, de Burgemeester Hoffscholteweg en de Molenvlietweg in uitvoering. Binnen dit proiect wordt het deel van de aansluiting van de Molenvlietweg op de Aalsmeerderweg aangemerkt als bovenwijkse voorziening.  In onderstaande tabel staan de  gefaseerde uitgaven vanaf 2020 vermeld.
De reconstructie van de Machineweg tussen de Aalsmeerderweg en de Legmeerdijk wordt in 2019/2020 voorbereid. De uitvoering start eind 2019/begin 2020 met groot onderhoud op het wegvak tussen de Aalsmeerderweg en Middenweg. Besluitvorming over de nieuwe vormgeving van kruispunten en fietsinfrastructuur en de financiering daarvan wordt momenteel voorbereid. De uitvoering vindt bij positieve besluitvorming gefaseerd plaats, naar verwachting in de jaren 2020-2022.

De kosten van aan te leggen openbare voorzieningen (m.n. gebiedsontsluitingswegen) waarvan het nut zich uitstrekt over een groter gebied dan het gebied van de grondexploitatie waarin deze voorziening ligt, worden ten laste van meerdere grondexploitaties gebracht. Dergelijke voorzieningen worden aangemerkt als bovenwijkse voorzieningen en mogen voor de financiering een beroep doen op de reserve Bovenwijkse voorzieningen. De reserve Bovenwijkse voorzieningen wordt op haar beurt gevoed uit bijdragen van direct belanghebbenden als projectontwikkeIaars en individuele grondexploitaties op basis van een
kostenverhaalsystematiek die is vastgelegd in de nota bovenwijkse voorzieningen Aalsmeer 2015.
Voor de omvang van de toerekening van deze kosten zijn de volgende criteria van belang:

  1. Er is profijt of nut van de bovenwijkse voorziening voor de ontwikkeling van de bouwlocatie;
  2. Er bestaat een causaal verband tussen de kosten van de bovenwijkse voorziening en de bouwgrondexploitatie;
  3. Als meerdere bouwlocaties profijt hebben van bepaalde kosten, worden deze kosten naar rato verdeeld over de betrokken bouwlocaties.

De nota bovenwijkse voorzieningen met daarin de uitgangspunten voor kostenverhaal en omvang voorzieningenniveau wordt in 2019 geactualiseerd.

Investeringen bovenwijkse voorzieningen (bedrag x € 1.000)*

2020

2021

2022

2023

- Burgemeester Kasteleinweg

2.538

1.035

- Burgemeester Hoffscholteweg

454

- Rotonde Molenvlietweg

652

* bedragen zijn exclusief subsidies en bijdragen van derden

ga terug